23 oktober 2019
Het was dé dag, een paar weken nadat ik de knoop had doorgehakt. Na deze dag zou ik geen baarmoeder meer hebben, maar als het goed is ook geen kanker. En dat laatste was toch wel het belangrijkste van alles. Ik was niet heel erg gespannen voor deze operatie. Ik was er zelfs wel klaar voor. Ik voelde mij inmiddels behoorlijk op mijn gemak in Groningen en voor de narcose was ik niet bang. Mijn vertrouwen in de artsen was groot. Ook stond ik nog steeds achter mijn keuze om alles eruit te laten halen. Ik was vooral benieuwd hoe ik mij ná de operatie zou voelen. Zou ik erg geradbraakt zijn? En hoe lang zou ik er last van hebben? Iets waar ik op dat moment alleen maar naar kon gissen.
De operatie stond die dag op de planning rond 10.30. We waren die ochtend weer op tijd weggereden van huis. Voordat het zover was moest ik mij eerst melden bij verpleegafdeling L4 (urologie en gynaecologie). Tot dat moment had ik nog geen idee of ik alleen of met meer personen op een kamer zou komen. Het werd uiteindelijk een tweepersoonskamer. Voor mij was dit een opluchting. Het idee om alleen op zo’n kamer te liggen vond ik maar niks. Terwijl ik mijn spullen installeerde kwam mijn kamergenote binnen. Ze was wat ouder dan ik, maar ik voelde al gelijk een klik. Het was vast geen toeval dat wij samen op een kamer lagen. Ook zij lag daar door de gevolgen van baarmoederhalskanker.
Na nog even rondgelopen te hebben werd ik verzocht mij om te kleden voor de operatie. Een blauw operatieschort en witte lange kousen tegen de trombose bleken mijn outfit van die dag. Toen was het tijd om te gaan. Tijd om afscheid te nemen van Tom, die de tijd moest zien te doden tot de operatie klaar was. Ik ben er vast van overtuigd dat deze dag voor hem spannender was dan voor mij. Ik kreeg er zelf tenslotte weinig van mee. Hij kon alleen maar wachten. Uren lang. De operatie zou 4 uur (uiteindelijk zelfs 5 uur) duren en de voorbereidingen namen ook behoorlijk wat tijd in beslag. Alles bij elkaar zit je dan gewoon bijna een hele werkdag te wachten.
Toen het zover was werd ik met bed en al door de gangen gereden. Langs de kinderafdeling. Daar was ik nog niet eerder in de buurt geweest. Toen ik doorkreeg dat ik daar was hoopte ik alleen maar dat ik niet ergens onderweg een ernstig ziek kind zou tegenkomen. De rillingen liepen over mijn lijf bij de gedachte. Gelukkig gebeurde dit niet. We kwamen aan in een grote ruimte met plek voor heel veel bedden. In het midden een soort kantoortje voor het personeel. Dit was de plek waar ik eerst mijn ruggenprik zou krijgen, zoals vooraf afgesproken was met de anesthesist. Deze ruggenprik zou er de eerste dag/dagen na de operatie in blijven zitten om de pijn te bestrijden. Ik had nog nooit eerder een ruggenprik gehad, dus ik had geen idee wat ik kon verwachten.
Ik werd voorgesteld aan twee vrouwelijke artsen in opleiding en aan een iets oudere mannelijke anesthesist. De ruggenprik werd gezet door één van de vrouwelijke artsen, de man keek mee en gaf uitleg. Tijdens deze hele ziekteperiode stond ik open (soms letterlijk 😉) voor iedereen die mijn casus kon gebruiken om iets van te leren. Ook dit moment was er daar één van, maar of ik daar achteraf nou zo blij mee was? Toen het tijd werd om de ruggenprik te zetten werd ik vriendelijk verzocht mijn benen aan de zijkant van het bed te laten hangen en om voorover te buigen. De naald zelf voelde ik niet, dus dat viel mij mee. Wat behoorlijk tegenviel was dat ze nogal lang in het zojuist zorgvuldig gemaakte gat zat te ‘’pielen’’. Na minutenlang proberen bleek dat ze met haar naald tegen mijn bot aan zat. Dat had ik zelf ook meerdere keren overduidelijk gevoeld. Het deed niet echt pijn, maar het voelde wel héél naar, dat stoten tegen mijn bot. Het was een beetje het gevoel dat je krijgt bij een krijtje dat iets te lang over een schoolbord krast of bij het horen van het geluid van een tandartsboor. En dat dan heel lang. Het voorovergebogen zitten vond mijn lijf op dit punt ook niet zo leuk meer. Gelukkig haalde ze uiteindelijk de naald er weer uit en mocht ik even rechtop zitten. De ervaren anesthesist nam het vervolgens over. Deze keer ging het gelijk goed. Gelukkig maar, want ik was na deze 20 (?) minuten bijna op het punt dat het voor mij niet zo nodig meer hoefde die ruggenprik.
Na nog een poos gewacht te hebben werd ik dan eindelijk de OK in gereden. Het was zover. De (mannelijke) gynaecoloog die eerder het onderzoek onder narcose uitvoerde was ook de gynaecoloog die mij zou opereren. Voordat ik onder zeil ging vroeg hij of hij nog iets voor mij kon doen. Hij vroeg het zo uitnodigend dat ik zei dat hij wel een kerstliedje mocht zingen voor mij. Hij wist zich er vakkundig onderuit te lullen en ik viel al snel hierna in slaap om 5 uur later pas weer wakker te worden.