De keuze waar ik voor stond voelde als een onmogelijke. Het hield mij nachtenlang wakker. Geen enkele keuze zou zekerheid geven. Niet op een toekomst met kinderen. Niet op überhaupt een toekomst. Hoewel ik met het voorstel om op gesprek te gaan in Amsterdam in had gestemd voelde de experimentele behandeling in het AvL al gelijk niet goed. Tom leek daarentegen heel blij te zijn met deze optie, het gaf hem weer hoop. Hoop op de toekomst die hij zo graag voor ons wilde. Wij samen, mét kinderen. Ik zag zelf niet zoveel positiefs in deze optie. Ik was eerlijk gezegd best wel verbaasd over hoe makkelijk de artsen spraken over deze experimentele behandeling. Alsof het niks is om een “gezond” lichaam chemotherapie toe te dienen. Nou was mijn lichaam natuurlijk niet gezond, maar het was ook niet zo dat deze behandeling nodig was om de ziekte te overleven. Ik zou hiermee mijn lichaam alleen maar zieker maken dan het op dat moment al was.
Ik wist inmiddels genoeg over chemotherapie om te weten dat de bijwerkingen vaak geen kattenpis waren. Ik werd er bang en onzeker van. Het idee dat mijn lijf dat zou moeten ondergaan zonder zeker te weten wat ik er aan over zou houden. Wilde ik dat? Terwijl het mij geen enkele garantie bood dat die tumor ook echt kleiner zou worden? Terwijl het allerminst zeker was of het daarna überhaupt wel zou lukken om kinderen te krijgen. Wilde ik mijn kinderwens voor mijn kwaliteit van leven zetten? Wat zou ik eraan overhouden als ik het zou doen? Wat als ik dit zou doen en het werkte niet? Dan zou ik alsnog mijn baarmoeder moeten laten verwijderen en dan zat ik misschien ook nog met alle ellendige gevolgen van de chemo. Ongeveer alles aan deze optie riep weerstand bij mij op. Ik was tot dan toe het hele traject behoorlijk positief geweest, maar het lukte mij op dit punt gewoon echt niet. De mogelijke positieve uitkomsten verbleekten in mijn hoofd totaal bij de negatieve. Bij de lichamelijke gevolgen op de langere termijn. Ik wilde hier gezond uitkomen, maar ook zo fit mogelijk. Ik had (als het goed is) nog een heel leven voor mij. Dat leven wilde ik wel doorbrengen met zoveel mogelijk kwaliteit.
Natuurlijk was het scenario op korte termijn ook geen pretje. Een paar maanden chemo. Zou ik dan mijn haren verliezen? Ik kon het niet laten om hier meer over op te zoeken op internet. Ik probeerde mij echt in te beelden hoe dit zou zijn. Waar zou ik een pruik vandaan halen? En wat deed ik met mijn wenkbrauwen en wimpers? Tips te over op het internet. Voor deze bijwerkingen vreesde ik niet, ik was er vooral nieuwsgierig naar. Ik wist dat er voor deze bijwerking goede oplossingen waren. De (mogelijke) bijwerkingen die bij mij de meeste angst opriepen waren anderen: oorsuizen en vermoeidheid bijvoorbeeld. Symptomen die als je ze hebt vaak nog heel lang aan zouden blijven en soms zelfs niet meer weg zouden gaan. Alleen het idee al dat ik dat eraan over kon houden was genoeg voor een kleine paniekaanval. Ik realiseerde mij dat ik een jong en fit lichaam had dat veel aankon, maar ik was mij er na deze diagnose des te meer bewust van dat het lichaam onvoorspelbaar kon zijn. Dat het soms dingen deed die je niet zou verwachten. Kanker krijgen bijvoorbeeld.
Ik probeerde hardop mijn twijfels met Tom te delen, maar op dit punt lagen we mijlenver uit elkaar. Niet dat hij mij niet begreep, maar hij had weer een beetje hoop gekregen en die bubbel wilden we allebei liever niet doorprikken. Toch kon ik gewoon niet ontkennen dat ik vooral alarmbellen hoorde rinkelen. Ik was doodsbang dat een verkeerde beslissing mij uiteindelijk alsnog mijn leven zou kosten. Tom had veel vertrouwen in wat de artsen zeiden en vond dat ik het experiment in Amsterdam serieus moest overwegen. Ik had ook veel vertrouwen in de artsen, maar niet in mijn lichaam. De artsen konden van alles vinden, maar ik moest verder met de mentale en lichamelijke gevolgen van mijn keuze. We hadden het er veel over samen, maar leken maar niet op dezelfde golflengte te komen. Je begrijpt dat dit de sfeer in huis niet altijd ten goede kwam. Misschien spraken we er achteraf gezien ook wel te veel over. Aan de andere kant kun je er ook gewoon niet omheen. Hoe erg ik ook mijn best deed oprecht alle opties te overwegen, diep van binnen voelde het niet alsof ik een keuze had. Toch leken we dit allebei nog te ontkennen op dat moment. Het was teveel en te groot en de gevolgen te pijnlijk. En dus gingen we op gesprek bij het AvL.